Stand van zaken procedure Raad van State


De Raad van State heeft laten weten dat de zitting over de zogenaamde bodemprocedure naar verwachting in april/mei 2022 zal plaatsvinden. De uitspraak van de Raad van State volgt ongeveer 3 maanden later, naar verwachting in de zomer van 2022. De uitspraak van de Raad van State volgt dus later dan werd verwacht.

De bodemprocedure is de procedure over de beroepen die zijn ingediend op het provinciaal inpassingsplan (PIP) en de daarbij behorende besluiten. Op de besluiten die nodig zijn voor de uitbreiding van VDL Nedcar is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dat betekent dat de Raad van State in de regel 6 maanden na afloop van de beroepstermijn uitspraak doet. Daarom was de verwachting dat de uitspraak eind 2021 zou zijn. Maar deze periode van 6 maanden is een 'termijn van orde' en is dus geen verplichting. Wegens omstandigheden heeft de Raad van State een werkachterstand.

Uitspraak voorlopige voorziening

Stichting De Groene Sporenwolf had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen het besluit aanvullende omgevingsvergunning en het besluit ontheffing Wet natuurbescherming. De stichting wilde voorkomen dat het Sterrebos en andere bomen bij het terrein van VDL Nedcar, zoals het populierenbos, gedeeltelijk worden gekapt voordat de Raad van State een uitspraak doet over de ingediende beroepen. De Raad van State heeft op 14 oktober 2021 het verzoek van Stichting De Groene Sporenwolf gehonoreerd. Door deze uitspraak zijn de besluiten van het college van Gedeputeerde Staten over de kap van een deel van het Sterrebos en andere bomen bij het terrein geschorst. Meer precies gaat de schorsing over het "vellen van een houtopstand", "het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument” en de “soortenbeschermingsontheffing”.

Uit de uitspraak blijkt dat de voorzieningenrechter zich vooral heeft gebaseerd op de onomkeerbare gevolgen van de voorgenomen kap vooruitlopend op een uitspraak in de bodemprocedure. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.